Het complimentje dat niet binnen mocht komen

Noor (14) kijkt me aan en met een onzeker lachje zegt ze: "Ik vind dat je overdrijft".
Ik stelde haar de vraag: "Wat doet het met je als ik zeg dat je hele goede stappen zet in waar we samen aan werken en dat ik erg trots op je ben". Ik blijf stil en geef haar de ruimte om verder te vertellen. Ze friemelt aan haar vingers en zegt nogmaals: "ja, ik kan er niks aan doen maar het klinkt gewoon overdreven als je dat tegen me zegt". "Wat vind je overdreven aan mijn compliment?" vraag ik. "Nou, ik vind dat het allemaal wel meevalt wat ik doe en hoe het gaat".

Ik schuif het grote vel papier met tientallen gekleurde uitspraken en doelen onder haar neus. "Kijk eens goed", zeg ik. "Waar stond jij op de schaal van 0-10 toen je 4 weken geleden bij me kwam?" Ze kijkt naar haar eigen beginpunt. "Ik gaf mijn doel toen een 3,5", zegt ze. Ze lijkt bijna beschamend te kijken als ze haar eigen cijfer uitspreekt. "Een 3,5 is oké hè, weet je nog? Het geeft alleen maar aan dat je zelf vindt dat je er graag beter in wilt worden". Ze knikt terwijl ze aandachtig naar het grote vel papier kijkt. Met haar ogen volgt ze de stappen die ze heeft gezet op de lijn. Elke stap is beschreven. Elke stap is een stapje dichterbij haar doel. En dat doel heeft ze behaald als ze zelf vindt dat het een 8 is. "Vorige week gaf je jezelf een 7", zeg ik. Met mijn vinger loop ik langs de lijn van 3,5 naar 7. Ik benoem daarbij alle stappen die ze heeft ingezet om vooruit te komen. Ze volgt mijn vinger en ik zie een lachje op haar gezicht. "Een 7 is al bijna een 8!" zeg ik trots. Als ik haar aankijk haalt ze haar schouders een beetje op en lacht verlegen. 

"Ga eens staan", zeg ik. Noor gaat tegenover me staan. "Voor je ligt een cirkel en als je in die cirkel stapt mag je een helpende gedachte uitspreken. Welke gedachte heeft jou geholpen de afgelopen tijd? "Noor denkt na en zegt dan: "Ik kan het!" Ik laat Noor in de cirkel stappen en de helpende gedachte 'ik kan het' hardop uitspreken. Eerst komt het er bescheiden en zachtjes uit. "Prima, we doen het nog een keer en dan mag het een stukje harder", zeg ik. Noor stapt opnieuw in de cirkel: "Ik kan het!" roept ze. "Wauw, dat klinkt al een stuk krachtiger", zeg ik. We gaan net zolang door totdat Noor rood van het lachen én het hard roepen van de zin, vindt dat ze klaar is. Ik kijk haar aan en vraag: "hoe voelt het nu voor je om dit te doen?" "Gek", zegt ze. "Maar wel heel lekker en goed!"

"Ik besef dat Noor cognitief weet dat ze stappen aan het zetten is. Ik besef ook dat ze gevoelsmatig nog tijd nodig heeft om het te laten 'landen'. Door haar elke keer opnieuw de stappen te laten benoemen en terug te halen in haar beleving, weet ik dat er een moment komt dat ze met recht kan zeggen: "Ik heb het gedaan en ik ben trots op mezelf! IK KAN HET!"

 

Marja

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.